jaargang 10| nummer 02 | april 2021
Aandelenbeurzen doen het goed en dat is met name te danken aan de koersontwikkeling in cyclische aandelen, aandelen die mee bewegen met de economie als geheel. Wanneer het goed gaat met de economie, stijgen cyclische aandelen en ze dalen als de economie verslechtert. Cyclische aandelen vinden we in sectoren als energie, banken en duurzame consumptiegoederen. De positieve ontwikkeling in deze cyclische waarden komt voort uit de heersende gedachte op de beurs dat de Coronapandemie op zijn einde loopt en er in de tweede helft van 2021 uitzicht is op een krachtig herstel van de economie. Per saldo kijken beurzen altijd 6 tot 9 maanden vooruit, waarmee het huidige beurssentiment kan worden verklaard.
Een belangrijke rol in het geheel speelt de rente, want uiteindelijk bepaalt de ontwikkeling van de rente op haar beurt de richting van de beurs. En de rente is momenteel laag. Een combinatie van stimuleringspakketten, een grotere geldhoeveelheid in omloop en het aanstaande einde van het Coronatijdperk, zal later dit jaar ongetwijfeld leiden tot een stevige impuls in de consumptie, waardoor een opwaartse druk op de inflatie zal optreden. Een oplopende inflatie wordt per definitie gevolgd door een hogere rente. Deze tendens is al gaande, vooral in de VS, waar de 10- jaars kapitaalmarktrente sinds het begin van 2021 sterk is opgelopen (van ca. 0,9% naar ca. 1,75%). Beleggers kijken daarom met argusogen naar mogelijke beleidswijzigingen van centrale banken. Aangezien er nog sprake is van een hoge mate van onbenutte produktiecapaciteit, is angst voor een sterk oplopende inflatie vooralsnog ongegrond en zal de rentestijging waarschijnlijk beperkt zijn. Wellicht dat de Amerikaanse centrale bank (FED) in haar commentaren meer bereidheid zal tonen tot het matigen van het royale geldbeleid. Dit zou aanleiding kunen zijn voor een kortstondige beurscorrectie, echter van het einde van de bullmarkt is geen sprake. Bullmarkten komen pas aan hun eind aan de vooravond van een recessie en daar zijn we nog redelijk ver van verwijderd. Aandelen verdienen daarom nog steeds veruit de voorkeur boven obligaties.
Een ander fenomeen waar veel over wordt gesproken zijn de schulden die door Corona in 2020 wereldwijd met nog eens 10% verder zijn opgelopen. De wereldschuldenlast bedroeg eind 2020 het astronomische bedrag van € 258.000 miljard, wat neer komt op ruim 3,5 keer het bedrag dat alle landen van de wereld gecombineerd op jaarbasis verdienen. Om de gevolgen van het Coronavirus te bestrijden hebben overheden en bedrijven massaal geld geleend en daarmee veel ellende weten te voorkomen, echter schulden moeten ooit ook worden afgelost en die verplichting gaat ergens in de toekomst een rol spelen.
Een belangrijk deel van de stijging (ruim 50%) van de wereldschuldenlast komt voor rekening van overheden en dan voornamelijk overheden uit ontwikkelde landen. Globaal liepen de overheidsschulden op van ca. 89% naar 105% van het wereldwijde BBP en rekening mag worden gehouden met nog eens een beperkte toename in 2021.
Schuldratio’s schoten het hardst omhoog in Europese landen. Gemiddelde schuld van overheden in ontwikkelde landen is in 2020 opgelopen van ca. 110% naar 130% van het BBP. Binnen de eurozone ligt het getal op ca. 120%. Landen als de VS en het VK komen uit op respectievelijk 128% en 133%. Opkomende economieën steken hierbij met een gemiddelde van ca. 63% erg gunstig af.
De omvang van de staatsschuld van een land kan effect hebben op rente en toekomstige economsche groei. Wordt de schuld te groot ten opzichte van de totale economie, dan zal dat resulteren in een hogere rente, omdat financiers gecompenseerd willen worden voor het verhoogde risico op wanbetaling. Een te hoge schuld wordt doorgaans door bezuinigingen afgebouwd, echter dit gaat dan veelal weer ten koste van economische groei. Het is dus van wezenlijk belang om het schuldniveau op lange termijn te beperken tot een houdbaar niveau. De buitengewoon lage rente van dit moment maakt het relatief eenvoudig om grotere schulden te dragen, maar als de rente gaat stijgen zou dit binnen afzienbare termijn de financiële stabiliteit kunnen ondermijnen. Laten we daarom hopen dat overheden kiezen voor een verstandige exitstrategie met reductie van schulden, maar niet te snel!